Vandaag ontving ik een persbericht dat me aan het denken zette. Wat mogen mijn kinderen eigenlijk wel en wat niet. Waarom mogen ze sommige dingen niet. Kan ik ze niet loslaten, of wil ik ze beschermen? Er was maar één conclusie mogelijk. Ik ben een overbezorgde moeder. Precies dat wat ik niet wilde. Waar ik soms ‘vroeger’ nog wel het idee had dat ik te makkelijk was, houd ik ze nu het liefst dicht bij huis. Toch zou ik het volgens VeiligheidNL anders moeten doen.
Risicovol spelen heeft namelijk een positieve invloed op de fysieke en mentale gezondheid van kinderen. Ze leren daardoor risico’s inschatten, worden zelfredzaam en bouwen zelfvertrouwen op. En dat zelfvertrouwen vind ik zo’n belangrijk aspect. Kinderen krijgen tegenwoordig steeds minder de ruimte om te leren omgaan met risico’s. Dit komt onder andere door de beschermende houding van de maatschappij en dat herken ik wel. Toch wil 79% van de ouders hun kind wel graag vaker risicovol laten spelen. Ook daar herken ik mezelf in. VeiligheidNL stimuleert en ondersteunt ouders met de campagne ‘Met een beetje risico komen ze er wel’, die vandaag wordt gelanceerd.\
Ik ben een overbezorgde moeder
Veelal houd ik me bezig met wat er allemaal mis kan gaan. Ik vind het al heel wat dat ze op een gegeven moment ‘door de schutting’ mochten en om het huis heen mochten spelen. Een grotere stap voor mij dan voor hen. Duidelijke afspraken gemaakt, dat wel. Altijd even vertellen waar je bent. Ga je bij iemand achter het huis of naar binnen, dan meld je dat even. Zulke dingen. Vorige week zaterdag was ik Thomas kwijt. Opa en oma waren bij ons en ik vroeg of Elynn misschien Thomas even op wilde halen van buiten. “Dat kan ik niet, hij is te ver weg”. Mijn hart sloeg over. “Waar is hij dan?”. Bij de WOP (wijk ontmoetingsplek). En daar ging weer een hartslag.
Vertrouwen dat hij weet wat mag
Om hem het voordeel van de twijfel te geven, liep ik wel eerst het rondje dat mag. Geen Thomas. Op naar de WOP. Woede, ongerustheid en angst wisselden elkaar af. Ondertussen vroeg ik mezelf ook steeds af, wat er eigenlijk mis kon gaan als hij op de WOP was? Niets eigenlijk. Het ging meer om de afspraak: zolang er geen zwemdiploma is, mag hij niet verder van huis. Ook een motivatie om het diploma te halen. Maar ook geen Thomas bij de WOP. Wel zijn vriendinnetjes. Waar Thomas was, vroeg ik. “Helemaal daar achter”.
En ja hoor, een straat verder half op de weg, half op het gras bij de stenen was hij. Toen hij me zag, kwam hij van geen kwaad bewust aanlopen. Tot hij mijn gezicht zag. Alle emoties wisselden elkaar af. Hij had dat wat hij fout deed, wel goed gedaan. Het gekke is, de WOP ligt tegenover de school, waar hij wel alleen naar toe mag lopen op vrijdag. Hetzelfde water is dan ook in de buurt. Ik vertrouw er op dat hij weet wat mag en niet mag en dat hij meteen de school in gaat. Wat maakt me dan zo bezorgd voor de WOP zonder zwemdiploma?
Risicovol spelen
VeiligheidNL, het expertisecentrum voor veilig opgroeien, signaleerde dat er internationaal steeds meer publicaties* verschenen waaruit blijkt dat kinderen tegenwoordig overbeschermd worden en dat het belangrijk is dat kinderen meer risicovol spelen.
Mede daarom heeft VeiligheidNL door TNS-NIPO laten onderzoeken hoe ouders in Nederland aankijken tegen risicovol spelen. Een van de conclusies is dat veel ouders in principe wel inzien dat risicovol spelen belangrijk is voor de ontwikkeling van hun kind, maar in de praktijk belemmeringen zien zoals angst dat hun kind zich verwondt of dat anderen in hun omgeving het afkeuren.
Campagne ‘Met een beetje risico komen ze er wel’
VeiligheidNL heeft de campagne ‘Met een beetje risico komen ze er wel’ ontwikkeld. Hierin wordt aandacht gevraagd voor de voordelen van risicovol spelen en handvatten gegeven aan ouders die nog huiverig zijn of niet weten hoe ze ermee aan de slag kunnen.
Met deze campagne geeft VeiligheidNL het startsein aan ouders met kinderen in de leeftijd van 5 tot 7 jaar om hun kinderen meer risicovol te laten spelen. Op de website www.risicovol-spelen.nl kunnen de ouders een testje doen en krijgen ze praktische adviezen hoe ze risicovol spelen vaker in de praktijk kunnen brengen. Ook met tips over hoe je kunt zorgen dat de risico’s aanvaardbaar blijven. Al vanaf het vijfde jaar zouden ouders hun kroost meer moeten laten rennen, skaten en klimmen en hen leren omgaan met gevaarlijke voorwerpen als een zakmes, hamer of dartpijltjes. Hierdoor krijgen zij meer zelfvertrouwen, ruimtelijk inzicht, worden motorisch vaardiger en leren risico’s beter inschatten als hoogte-diepte of snelheid. Ik ben een overbezorgde moeder. En jij, laat jij je kind risico’s nemen en ontdekken waar zijn grenzen liggen of ben je net als ik een tikje overbezorgd en vind je het lastig op je kind los te laten?
Ik ga er eens over nadenken en kijken wat voor tips en inspiratie de campagne van VeiligheidNL te bieden heeft. In combinatie met mijn eigen gezonde verstand, schaadt het in ieder geval niet. Wanneer ik oprecht naar mezelf en de kinderen kijk, kunnen we dat ook best gebruiken ♥
Tja, ik vind het een ingewikkelde. Ik heb het persbericht ook gelezen. Een van de reacties die ik op FB zag was nadat het in het nieuws was geweest: “En nu maar wachten op het eerste ongeluk met een mes”. En toen dacht ik: “ja inderdaad”. Zucht. Ook ik ben een (over)bezorgde moeder. Gelukkig wordt dat gecompenseerd door mijn man die ons dochtertje al vanaf 1-jarige leeftijd (hoog) leerde schommelen, klimmen en glijden. Ik wil daar dan liever niet bij zijn. Maar goed, zo verdelen we de leermomenten 🙂
Rory onlangs geplaatst…De pure liefde van een moeder voor haar kind + winactie ketting