Nu ik weer een rare man trof heb ik besloten het voorval met de eerste toch eens van me af te schrijven. Een blog over lompe woorden. Sommige reacties begrijp ik namelijk helemaal niet of soms pas later, als ik er even over nadenk, maar dan vind ik nog dat het ook anders gebracht kan worden. Beetje lief zijn voor elkaar, beetje begrip tonen. Het is tegenwoordig ver te zoeken. In de basis geloof ik altijd in de goedheid van de mens, maar soms, heel soms word ik een beetje verdrietig. Noem me naïef, maar ik wil het niet snappen.
c’est le ton qui fait la musique
Oftewel het is de toon die de muziek maakt. Iets waar ik mezelf heel bewust van probeer te zijn. Ik ben de boodschapper, ik moet er voor zorgen dat deze duidelijk over komt, daarbij rekening houdend met de ontvanger. Je kunt niet iedereen te vriend houden, maar je kunt wel je best doen. Zoiets. Nou hou ik me, met name naar mijn man, ook niet altijd aan deze wijsheid, maar ik probeer me er wel bewust van te blijven hoe dingen over komen, of uit te leggen waarom iets mijn strot uitkomt, op de manier waarop het gebeurd.
Wat was er nou aan de hand?
In de pauze ging ik zoals altijd aan de wandel met mijn collega’s. De bedoeling was dit keer om even lekker te gaan picknicken in het gras. Nu is dat al best een uitdaging, aangezien de kans groot is dat je met je billen in een drol belandt. Het leek er echter op dat we een veilig plekje gevonden hadden, maar dan komt er ineens een best wel grote hond aan lopen. Dus vraag ik aan de eigenaar van de hond: “Meneer, mag de hond weer naar u terug?”.
“Wat?”. “Of de hond weer naar u terug mag?” “Waarom dàt dan?”, is de wedervraag en ik leg uit dat ik bang ben voor honden. Oké, ik roep naar de man, dat ik bang voor zijn hond ben, de afstand is best groot. Dan komt het. Of ik hem op zijn pik getrapt heb, ik weet het niet. Of er iets anders is wat hem recht geeft om te doen waar hij voor kiest? Dat idee heb ik niet. Misschien heeft hij zijn dag niet?
“Dan loop je toch doohooor. Hij wil zwemmen! Dan loop je toch doohoor”. Met een wijds armgebaar. Hij vervolgt: “Hij wil gewoon zwehemmen! Ik kom toch ook genoeg vrouwen in burka tegen.” Van zo’n suffe, onbegrijpelijke opmerking, raak ik beduusd en met stomheid geslagen lopen we maar verder. Wat hij er mee wilde zeggen? Geen idee. Dat hij bang is voor vrouwen in burka? Dat deze ook niet aangelijnd rondlopen en ook hun gang mogen gaan en dus zijn hond ook?
In welk perspectief het rechtvaardigde dat zijn hond met zijn natte lijf tegen mij aan mocht schurken, zonder dat hij hem terug hoefde te roepen, ik begrijp dat niet! Botte lompe horken. Er lopen meer los dan er vast zitten. Wat is er mis met een beetje hoffelijkheid naar elkaar toe? Oprecht zorgzaam zijn, rekening houden met elkaar, respect hebben voor het gevoel van mensen. Ik reageer vanuit mijn angst, de angst voor zijn hond. Ik vraag hem oprecht om daar rekening mee te houden. Hij begrijpt mij niet. Hij was er immers eerder, dus als wij daar dan willen zitten, dan is zijn hond ons probleem. Dan kunnen we toch gewoon verder lopen. Zo moeilijk is dat toch niet? Heeft hij zelfs gelijk in.
Het gaat om de houding waarmee zijn reactie uitgespuugd wordt. Wanneer hij gewoon tegen me gezegd had, dat zijn hond los liep omdat hij hem lekker liet zwemmen en gevraagd had of we daar rekening mee wilden houden en verderop wilden gaan zitten, was er wat mij betreft niets raars aan zijn verzoek geweest. Zo moeilijk is het toch niet, of vergis ik me daar dan zo in?
♥MJ